Cariës of gaatjes is een ziekte van de harde tandstructuur.

Zowel het glazuur, het dentine als het wortelcement worden tijdens het carieuze proces afgebroken.
Het wordt veroorzaakt door de omzetting van suikers naar zuren door bacteriën.
Twee groepen bacteriën zijn verantwoordelijk voor cariës: streptococcus mutans en lactobacillus.

Cariës is soms snel evoluerend, soms ook traag evoluerend. Het kan zich op verschillende manieren uiten.
In het begin ziet het er als een kleine melkwitte plek uit. We noemen dit een white spot. Langzaam gaat de ontkalking verder met het ontstaan van een echt gaatje tot en met grote tanddestructie.

Cariës ontstaat door demineralisatie van de harde tandstructuren. Dit gebeurt door de inwerking van zuren op de calciumfosfaatkristallen van de tand. Tanden zijn constant aan het demineraliseren en hermineraliseren. Iedere maaltijd of suikerconsumptie veroorzaakt in de mond onmiddellijk de vorming van zuren. We noemen dit een zuurstoot. De zuurtegraad of ph-waarde daalt tot onder de 5.5 en de demineralisatie begint. Door de bufferende werking van het speeksel verdwijnt deze zuurstoot na ongeveer 15 minuten, voor zover er uiteraard niet opnieuw suiker in de mond terechtkomt. De tand begint aan hermineralisatie.
Als er een onevenwicht is tussen demineralisatie en hermineralisatie ontstaan white spots en later echte gaatjes.
White spots kunnen spontaan herstellen als het evenwicht tussen afbraak en opbouw hersteld wordt.

Beginnende cariës of white spots worden best eerst met aangepast voedingsadvies, fluoride en of caseïnepreparaten behandeld.
Voor echte gaatjes bestaat momenteel alleen een conserverende behandeling. De letsels worden uitgeboord en hersteld met vullingen of kronen.
Het herstellen van grote hoeveelheden tandmateriaal met bijvoorbeeld stamceltherapie is momenteel nog niet mogelijk.

Een gezond voedingspatroon en grondige dagelijkse tandhygiëne vormen de basis van de preventie van cariës.