Het bovenste zichtbare deel van de tand is de kroon. Het onderste deel in het bot is de wortel.

Het zichtbare deel bestaat uit:
  • Glazuur: dit is de buitenste, dunne, ongevoelige, hardste laag van de tand
  • Dentine: dit is de laag onder het glazuur; ze is opgebouwd uit kleine cylinders met daarin zenuwuitlopers. Dit deel van de tand is gevoelig
  • Binnen in de tand zit de pulpa: een week gedeelte met bloedvaten en zenuwen. Dit gedeelte houdt de tand “levend”. Langs de kleine zenuwen wordt het gevoel van koude, warmte en pijn doorgezonden naar de hersenen.
Vezels houden de tand vast in het kaakbot. Door deze vezels is de tand als het ware verend opgehangen en kan de tand ietwat bewegen en kauwkrachten opvangen.
  • Rondom de tand zit het kaakbot dat bedekt is door het tandvlees en het tandvlees.
  • De wortel is bedekt met een heel fijn laagje cement.

Onze tanden en kiezen hebben elk hun specifieke vorm en functie.
• Snijtanden zijn scherp en meestal rechthoekig van vorm. Ze worden gebruikt om letterlijk stukken van het voedsel af te snijden.
• Hoektanden zijn scherp en puntig. We gebruiken ze om stukken van ons voedsel af te scheuren.
• De kiezen zijn breder en platter dan de tanden. We hebben twee soorten: premolaren en molaren. Ze dienen om eten te kauwen en fijn te malen. Met de premolaren scheuren we ons voedsel ook.